Ik ben een spoorkind. Mijn vader werkte vroeger bij de Nederlandse Spoorwegen, net als zijn vader, die stationschef was in Sauwerd. Mijn moeder heeft hij ontmoet toen hij als beginnend spoormedewerker achter het loket zat op het station van Zwolle. Ze kwam bij hem een kaartje kopen.

Christien Bronda, gemeentesecretaris en algemeen directeur gemeente Groningen, schrijft voor A&O fonds Gemeenten columns. Deze verschijnen ook in magazine Binnenlands Bestuur.

De Nederlandse Spoorwegen was vroeger een soort familiebedrijf. Haast letterlijk, want de collega’s van mijn vader waren voor mij ‘ooms’ en ‘tantes’. Ze kwamen op bezoek op verjaardagen.

Mijn vader genoot als medewerker bij de Nederlandse Spoorwegen zeer aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo mocht hij vrij reizen met de trein, wat zeg ik: het hele gezin! Dankzij mijn vader ging ik al op jonge leeftijd op vakantie naar Italië, met de trein dus. Mijn vriendinnetjes kwamen niet verder dan De Papiermolen, het openluchtzwembad in de stad.

In Italië zaten we dan in een huisje van de Nederlandse Spoorwegen. Weliswaar een kippenhok, maar toch. En toen ik wat ouder was, kon ik nog steeds voor niets reizen met de trein. Met een vriendinnetje treinde ik het hele land door. Zij kocht een Tienertoerkaartje, ik kon lekker gratis. Ik kan wel zeggen dat het vrij reizen in mijn jeugd mijn hele leven heeft beïnvloed. Ik ben nog steeds dol op de trein, in heel Europa heb ik treinreizen gemaakt, en ook in de Verenigde Staten en Canada. Ik heb zelfs nog met de Transsiberië Express gereisd, van Moskou naar Vladivostok.

Christien Bronda Theodor kockelkoren finalist Overheidsmanager van het Jaar 2022

Koester het samenzijn. Ik ben ervan overtuigd dat we dan op het goede spoor zitten

Christien Bronda, Gemeentesecretaris en algemeen directeur gemeente Groningen

Organisatie opgeknipt

Het was voor mij ondenkbaar dat mijn vader ooit bij de Nederlandse Spoorwegen zou vertrekken. Tot hij een jaar of 55 was en de organisatie werd opgeknipt in verschillende onderdelen, zoals ProRail en NS Reizigers. Hij was al veertig jaar in dienst, maar moest ineens een hbo-diploma halen. Dat was een eis van het ‘nieuwe’ bedrijf. Veel oudgedienden zagen het bedrijf veranderen. Engelse functietitels enzo. Het gevoel was weg. Zodra het kon, heeft mijn vader de NS verlaten. Daarna heeft hij nog tien jaar een benzinestationnetje gerund, samen met mijn moeder, maar dat terzijde.

Familiegevoel

Wat de Nederlandse Spoorwegen voor mijn vader een aantrekkelijke werkgever maakte, was niet alleen het vrij reizen. Het was ook de liefde voor het spoor. En dan bedoel ik veel meer dan alleen de rails. Het was de hele spoorwereld, de treinen, de reizen. Maar het allerbelangrijkste, volgens mij, was het familiegevoel. De sfeer van samen, collega’s onder elkaar. Voor elkaar klaar staan, ook en vooral in moeilijke tijden. Elkaar steunen.

Secundaire arbeidsvoorwaarden

Ik moet er soms aan denken als ik lees dat de vakbonden zich inzetten voor betere secundaire arbeidsvoorwaarden. Dat ondersteun ik van harte, maar waar strijden ze dan voor? Wat is echt belangrijk, waarmee houd je mensen ‘aan boord’? Gaat het om extra vrije dagen, een hogere onkostenvergoeding? Natuurlijk, de gemeente kan aan haar medewerkers geen gratis paspoorten gaan weggeven. Zo werkt het niet. Maar we kunnen wel eraan bijdragen dat er in de organisatie een prettige, veilige sfeer hangt. Dat je je als medewerker lid voelt van een grote familie. Ik zie dat ook wel bij onze jongens van Stadsbeheer, die samen barbecueën en elkaar ook in het weekend zien. Maar ook elders in de organisatie. Samen je broodje eten. Even bij elkaar zitten. Dat is ook wel een les die we van corona hebben geleerd: koester het samenzijn. Ik ben ervan overtuigd dat we dan op het goede spoor zitten.

Misschien vind je dit ook interessant