We hebben het weer achter de rug. Oud en Nieuw, bedoel ik. Ik houd er niet van. Dat komt ook omdat ik een hekel heb aan vuurwerk. Dat vind ik zo’n enorme verspilling. Elke jaarwisseling schieten we met zijn allen weer ruim 100 miljoen euro in één keer weg. En dat terwijl veel gezinnen in armoede leven. Er zijn dit keer ook weer vreselijke ongelukken met vuurwerk gebeurd. En dan heb ik nog niet eens over de mensen die het nodig vinden onze hulpverleners, die met hart en ziel hun werk doen, met vuurwerk te bekogelen. Nou, gelukkig nieuwjaar.

Christien Bronda, gemeentesecretaris en algemeen directeur gemeente Groningen, schrijft voor A&O fonds Gemeenten columns. Deze verschijnen ook in magazine Binnenlands Bestuur.

Goede voornemens, daar doe ik ook niet aan. Nee, ik ga niet in 2024 iets ineens helemaal anders doen. Dry January laat ik ook passeren. Nieuwjaarsrecepties vind ik dan weer wel leuk. Even met allerlei mensen bijpraten. Maar verder is januari één lange, saaie maand tot aan de verjaardag van onze oude koningin.

Je weet nooit wat je krijgt

Behalve in Groningen natuurlijk. Want half januari begint bij ons Eurosonic Noorderslag. Dat is een festival, eigenlijk zijn het er twee, met nieuwe muziek. Ik kijk er altijd enorm naar uit. Het leuke is: je weet nooit wat je krijgt. Zo heb ik er de muziek van Son Mieux ontdekt. Eurosonic Noorderslag is ook voor onze gemeente een belangrijke happening. Vorig jaar hebben we hierbij enkele bewindslieden uitgenodigd. Op een avond kwamen we met onze gasten terecht bij een Zweedse band. Ze droegen zwarte T-shirts met doodskoppen en er was veel gestamp en geschreeuw. Grunge heette dat, geloof ik. Niet helemaal mijn muziek. Maar sommigen waren er niet weg te slaan.

Als je af en toe even proeft aan iets anders, wie weet wat je dan ontdekt…

Christien Bronda, Gemeentesecretaris gemeente Groningen

Uit mijn comfortzone

Jezelf af en toe verrassen, dat vind ik heel belangrijk. Ook in mijn werk stap ik wel eens ‘uit mijn comfortzone’, zoals we dat nu zeggen. Dat kan meevallen en ook tegenvallen, maar daar laat ik me niet door weerhouden. In een van mijn vorige functies moest ik een keer op het laatste moment een staatssecretaris vervangen op een congres over armoedebeleid. Ik moest háár speech overnemen, en ik had precies één treinrit naar Utrecht om me voor te bereiden. Terwijl ik de speech een paar keer goed doorlas, dacht ik: dat wordt niks. Mensen verwachten de staatssecretaris en dan kom ik.

Maar ik had geen keus. Ik ben het podium opgegaan en ik heb daar op mijn eigen manier het verhaal van de staatssecretaris verteld. En wat denk je? De mensen vonden het hartstikke leuk. En zelf vond ik het ook heel leuk om te doen. Dat had ik totaal niet verwacht. Hoe had ik daar zo tegenop kunnen zien? Sindsdien weet ik: ik kan dat. Als ik een onderwerp begrijp, dan kan ik daar voor een groot publiek iets over vertellen. Ik heb wel plankenkoorts, maar dat is na een paar tellen voorbij.

Jij kunt dit, doe het maar

In de gemeentelijke organisatie zeg ik ook vaak tegen mensen: jij kunt dit, doe het maar. Ik geef mensen graag de ruimte om uit te zoeken wat ze kunnen. Laat zien wat je kunt, ontwikkel je maar! Dat betekent niet dat iedereen moet doorgroeien tot leidinggevende, begrijp me goed. Leidinggeven is een vak apart, daar wordt niet iedereen blij van. Sommige mensen zijn nu eenmaal doodgelukkig in hun eigen baan. Daar is niets mis mee. Maar als je af en toe even proeft aan iets anders, wie weet wat je dan ontdekt…

Misschien vind je dit ook interessant