Professionals in de gemeentelijke uitvoering weten als geen ander wat er komt kijken bij het contact met inwoners en partners. Het A&O fonds Gemeenten brengt uitvoerders om tafel om kennis te delen en inspiratie op te doen. Hierbij presenteren wij de uitkomsten van de werkateliers in de vorm van praktische adviezen voor collega uitvoerders én voor hun leidinggevenden en bestuurders.

Zes adviezen voor uitvoerders

Praten met jongeren

1. Neem de tijd – en focus op kwaliteit

Een gesprek met een jongere is niet iets dat je even tussendoor doet. Zorg ervoor dat je voldoende tijd en aandacht hebt om écht te luisteren, zonder oordeel, en om door te vragen. Dat is nodig om aansluiting bij jongeren te blijven houden. Doe in de gesprekken twee dingen: focus op de kwaliteit van jongeren (die brengt hen immers verder) en verdiep je in iemands achtergrond (die bepaalt immers mede hoe het nu gaat).

2. Houd het helder – ook als je moet schakelen

Helderheid. Dat is wat jongeren nodig hebben. Ook van jou. Wees dus duidelijk. Benoem het als je ziet dat een jongere sociaal wenselijk gedrag vertoont of over je grenzen gaat. Werk met kleine stappen. Zo houd je het overzicht. Voor de jongere, maar ook voor je zelf. Dat is belangrijk, want vaak werk je in een complexe situatie, waarin je niet alleen te maken hebt met de verwachtingen van de jongere zelf, maar ook met die van je organisatie, van je opdrachtgever en van lokale partners.

Aan de slag met het netwerk van een jongere

3. Kijk goed – een netwerk is geen wondermiddel

Veel beleid gaat uit van afschalen van professionele hulp en inzetten van het netwerk. Dit kan heel goed werken, maar niet altijd. Want het netwerk is niet altijd zo functioneel als gedacht wordt. En soms is het juist goed om een netwerk niet verder te belasten, maar juist te ontlasten. Stel jezelf daarom altijd eerst drie vragen: 1 Is er een netwerk? 2 Kun je dit netwerk inzetten? 3 Hoe kan je het netwerk het beste inzetten?

4. Kom in actie – en houd vol

Het betrekken van het netwerk doe je in samenwerking met de jongere: gezamenlijk kijken naar wat en wie er belangrijk is. Een netwerk onderhouden kan niet vanachter het bureau. Het is belangrijk om erop af te gaan en om volhardend te zijn in het verbinden van belangrijke actoren aan de hulp voor de jongere. Binnen het netwerk staat de hulpverlener in de lead en stelt grenzen aan betrokkenen waar nodig. Dit is van belang om de jongere te kunnen helpen en te beschermen.

Samenwerken met lokale partners

5. Blijf bij de kern – en schipper en schakel

Waar gaat het nou eigenlijk om? Dat is de vraag die je steeds zou kunnen stellen. Telkens ga je weer terug gaan naar de kern – de jongere en de hulp die nodig is. Zo lukt het je om verschillen tussen partijen te overbruggen. In de communicatie moet je kunnen schipperen tussen partijen (die soms tegenstrijdige boodschappen uitzenden) en schakelen op verschillende niveaus. Waardeer de bijdrage van elke partij in het netwerk. Dat is nodig voor constructieve samenwerking.

6. Investeer - en blijf dat doen

Als uitvoerder moet je goed zijn in relatieonderhoud en willen investeren in vertrouwensbanden binnen het lokale netwerk. Het is belangrijk om proactief te zijn, ook al wordt er door anderen geen actie ondernomen. Bouwen aan relaties gaat het beste vanuit authenticiteit, humor en interesse. Én met de durf om het te zeggen als dingen niet gaan zoals ze zouden moeten.

Drie adviezen voor leidinggevenden en bestuurders

1. Geef ruimte om te leren – en te groeien

Reflectie en feedback van collega’s dragen bij aan de kwaliteit van het werk. Tegelijkertijd is het vaak moeilijk om daarvoor in de dagelijkse praktijk tijd vrij te maken en om op een goede manier te reflecteren. Daarom is het nodig dat de organisatie intervisie en feedback tussen collega’s in een veilige setting stimuleert. Bijvoorbeeld door netwerkbijeenkomsten te organiseren, waarbij steeds een ander aspect van professionaliseren besproken wordt. Zo draagt de organisatie bij aan persoonlijke en professionele ontwikkeling. Hierdoor worden uitvoerders zich meer bewust van hun kwaliteiten en capaciteiten en ze beter kunnen samenwerken.

2. Vergroot kennis – en haal deze in huis

Om verbinding te kunnen maken met jongeren is het belangrijk dat uitvoerders thuis zijn in hun wereld. Daarvoor zijn drie dingen nodig. Allereerst de tijd om deze nieuwe wereld in te gaan. Daarnaast training en voorlichting, over onderwerpen zoals cultuurverschillen en verslavingsproblematiek. Ten slotte: nodig ervaringsdeskundigen uit: zij weten als geen ander wat jongeren nodig hebben.

3. Ken de bedoeling – en doe wat nodig is

Het is waardevol als managers of beleidsmakers vanuit de gemeente een dag meelopen met een uitvoerder om de dagelijkse praktijk van jeugdhulp te leren kennen. En op die manier het beleid en de praktijk beter op elkaar kunnen laten aansluiten. Bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking met lokale partners. De gemeentelijke organisatie kan een aantal dingen doen om ervoor te zorgen dat die samenwerking goed verloopt. Het begint allemaal met een visie van ‘doen wat nodig is’ vanuit de gemeente. Niet de regels centraal, maar de jongere. Die visie kan de organisatie onder meer in de praktijk brengen met een casusoverleg waarin partners vanuit de bedoeling naar hulpverlening kijken. Ook kan de organisatie kijken of het mogelijk is om meer gezamenlijke budgetten te creëren, of om een ketenregisseur aan te stellen, zodat jongeren niet tussen wal en schip vallen.

Leer van de ervaringen van je collega's

Meer weten over de Werkateliers en andere Praktijkadviezen lezen? Lees hieronder alle adviezen voor collega uitvoerders én voor hun leidinggevenden en bestuurders.

Meer info?

Mail naar secretariaat@aeno.nl of bel met 070 - 763 00 30

Stuur een email

Misschien vind je dit ook interessant