Afspraken herkennen
De volgende afspraken gelden voor iedere gemeente gericht op het zo snel mogelijk herkennen van signalen van werkdruk.
- De werkgever verzamelt minimaal een keer per jaar signalen van werkdruk. Dat kan op basis van medewerkersonderzoeken of een RI&E, maar ook op basis van input van vertrouwenspersonen en bedrijfsmaatschappelijk werk (jaarverslag), bedrijfsarts (geanonimiseerde signalen van verzuimoorzaken)), de resultaten van een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) of Preventief Medisch Onderzoek (PMO). (Frequent) verzuim kan ook een signaal zijn.
- Het thema werkdruk wordt tenminste eens per jaar in het werkoverleg besproken. Besproken wordt in hoeverre er op teamniveau signalen voor een disbalans zijn en welke werkdrukbronnen en energiebronnen, zoals taakeisen, communicatie, de wijze van organiseren, regelmogelijkheden, sociale steun en autonomie worden ervaren. Zo nodig worden maatregelen benoemd. Verbeterafspraken worden schriftelijk vastgelegd.
- Elke leidinggevende let op signalen van werkdruk en maakt deze bespreekbaar. In downloads en links is een checklist opgenomen met signalen van stress door te hoge werkdruk op het niveau van een werknemer, team of organisatie.
- De leidinggevende maakt een bewuste keuze tussen een aanpak van werkdruk per individu en op groepsniveau. Behalve het aantal werknemers dat mogelijk problemen ervaart, weegt de leidinggevende hierbij ook het te verwachten effect van diverse mogelijke maatregelen mee. Hierbij geldt dat een groepsaanpak aan te bevelen is boven individuele maatregelen, omdat je dan in één keer met energiebronnen en werkdrukbronnen die door meerdere werknemers worden ervaren aan de slag kunt gaan. Bovendien kunnen werknemers bij een groepsaanpak elkaar ondersteunen en van elkaar leren.
- Werknemers letten zo goed mogelijk op eigen signalen van een disbalans en op signalen bij collega’s. Om negatieve gevolgen te voorkomen of te beperken is het belangrijk dat werknemers deze signalen bespreekbaar maken.
- In de gesprekscyclus bespreken leidinggevende en werknemer tenminste eens per jaar het onderwerp werkdruk en werkplezier. Besproken wordt in hoeverre de werknemer een balans ervaart. Ook kan besproken worden welke werkdrukbronnen, energiebronnen en persoonlijke hulpbronnen van de werknemer een rol spelen. Zo nodig worden verbeterafspraken gemaakt. De belangrijkste punten uit het gesprek worden in het verslag opgenomen.